Vrienden van Scoutinggroep De Zwervers
In 1926 namen "de Zwervers" het nieuw gebouwde troeplokaal aan de Oosterhoutstraat in gebruik. Een gebouw dat dankzij renteloze leningen van f.100,=, van ouders van leden kon worden gerealiseerd. Het waren obligaties waarvan er ieder jaar d.m.v. loting één werd afgelost. Als het gebouw aan het eind van de vijftiger jaren wordt verkocht krijgen de laatste ouders tot hun verrassing nog f.100,=. In 1930 vindt er een afsplitsing plaats en de nieuwe groep vindt weer onderdak in het Koetshuis aan de Kloosterstraat. Door teruglopende ledentallen gaan de groepen in 1939 weer samen en de deur van het Koetshuis valt definitief in het slot. In 1951 gaat "Zwervers 1" verhuizen naar de Nieuwe
Huizen, in een pakhuis beschikbaar gesteld door Bakker Scholte. In 1957 verschijnen er krantenartikelen waarin de bewoners van de Oosterhoutstraat klagen over overlast. Mede door de slechte staat van onderhoud besluit de groep het pand te verlaten. "Zwervers 2" vindt onderdak in de garage van gemeentewerken aan de Witterstraat.
De groep was al jaren bezig met het realiseren van een ander gebouw en de droom wordt werkelijkheid door het winnen van een gebouw in een verloting van het Hoofdkwartier. Op de voormalige gemeentekwekerij achter de ijsbaan Voorwaarts kan het nieuwe troeplokaal worden gebouwd. In 1960 verrijst op het zelfde terrein nog een troeplokaal en "Zwervers 1 en 2" zijn weer op één en dezelfde locatie verenigd. De opening vindt plaats op 11 juni en wordt verricht door burgemeester Agter.
De "VIOOL" groep had al jaren onderdak in een houten gebouwtje aan de Stationsstraat. Het eerste gebouwtje verdween en er kwam een grotere houten voor in de plaats. Onder de hoge bomen was het nooit droog en het had daarom zijn eigen luchtjes. Iedere kant had een kachel met hout of turf gestookt. Toen moest je als Padvindster nog een kachel kunnen aansteken met hoogstens drie lucifers. Vlak na de oorlog moesten de kabouters en padvindsters hun eigen turf meenemen. Het gebouwtje werd vele jaren zeer intensief gebruikt tot op een dag bleek dat de houten vloeren meedeinden bij kabouterspelletjes en volksdansen al helemaal levensgevaarlijk werd. Bij inspectie bleek dat de vloerbalken helemaal verrot waren en dat de rest van het gebouw er niet veel beter aan toe was. Dit werd aanleiding tot de bouw van de huidige "de Spil". De gemeente Assen was bereid om de Sociale dienst in te schakelen voor de bouw.
Hierdoor werd de post lonen aanmerkelijk teruggebracht. Het gebouw werd gerealiseerd met gebruik van diverse sloopmaterialen. Zo zijn de plavuizen in de hal afkomstig uit het vroegere "Avondrust" aan de Rolderstraat. De stenen werden geritseld bij een Kalkzandsteenfabrikant en ouders met een bedrijf of werkzaam bij een schilder, loodgieter e.d. werden niet ontzien. Ieder leverde zijn bijdrage.
Vele tegenslagen moesten worden overwonnen maar in het voorjaar van 1968 was de bouw voltooid en konden de diverse speltakken weer terugkeren naar de Stationsstraat. Mw. Agter, de echtgenote van de toenmalige burgemeester opende het nieuwe onderkomen dat als naam "de Spil" meekreeg